Opdeboerderij

Wereldwijd zijn ruim 900 schapenrassen bekend. De Nederlandse schapenrassen zijn onder te verdelen in heideschapen, weide- of melkschapen en vleesschapen. In de bijlage Het schaap in Nederland een overzicht van de Nederlandse rassen.
Hobbyisten hebben allerhande buitenlandse rassen naar Nederland gehaald, waaronder bergschapen, vetstaartschapen, haarschapen en wolschapen.

Heideschapen


Op de kalkrijke mergellandgronden in Zuid Limburg en België graast van oudsher het


    Melkschapen


    Vleesrassen


    Naast de Nederlandse gebruiksrassen worden al jarenlang schapen uit het buitenland geimporteerd. Enerzijds om door kruisingen de inlandse schapen te verbeteren, anderzijds om raszuiver te fokken. Vooral uit Engeland en soms uit Frankrijk zijn in de afgelopen eeuwen de nodige schapenrassen naar Nederland gehaald. Voorbeelden zijn:


    De Vereniging Speciale Schapenrassen houdt het stamboek bij van het Vlaams Melkschaap en de Moeflon, en van vijftig buitenlandse rassen.
    Voorbeelden zijn:

     

    hoe heet een vrouwtjesschaap?

    Het schaap komt wereldwijd voor, in elk klimaat. Er zijn ongeveer 450 schapenrassen. Schapen zijn typische kuddedieren. Het spreekwoord "Als er een schaap over de dam is, volgen er meer" zegt genoeg. Een arm schaap is een enkel schaap in een weitje zonder soortgenoten.
    Hobbyisten houden gemiddeld vijftien schapen. Overwegend voor het plezier en om het gras kort te houden. Er zijn in Nederland in totaal circa 450.000 hobbyschapen bij tussen de 15.000 en 30.000 houders. Sommigen houden de schapen voor de wol, sommigen voor het vlees, sommigen voor de melk. De melk van schapen blijkt meer voedingsstoffen te bevatten dan geitenmelk of koeienmelk. Zo heeft Schapenmelk een hoger eiwitgehalte en bevat het twee keer zoveel caseïne.

    Een schaap kan een leeftijd van 15 tot 20 jaar bereiken. De dieren zijn makkelijk te houden, hoewel het ene ras meer problemen heeft met de gezondheid en voortplanting dan het andere. Op het gebied van voeding en huisvesting stellen schapen weinig eisen. De verzorging vergt wat meer tijd.
    Schapen hebben dagelijks controle nodig. Ontwormen, weidemanagement, de wol en de hoeven zijn telkens terugkerende punten van aandacht en zorg. Schapen zijn, zoals gezegd, gemakkelijk te houden. Toch is enige kennis wel degelijk vereist, dit om ongerief bij de dieren te voorkomen.

    Belangrijke oorzaken van ongerief zijn parasieten, lammersterfte, hittestress, blauwtong, kreupelen en complicaties door het oormerk. In opdracht van het vroegere ministerie van LNV, nu ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie, heeft ASG een flyer gemaakt waarin deze onderwerpen worden behandeld (zie bijlage).

    Het Platform Kleinschalige Schapen- en Geitenhouders heeft in samenwerking met de Stichting Levende Have een code voor goed houderschap opgesteld (zie bijlage). Deze code is een handreiking aan de houders van schapen en ook geiten om goed met hun dieren om te gaan.

    balwen welsh mountain

    Schapen zijn herkauwende hoefdieren die behoren tot het geslacht Ovis, waartoe ook de moeflon en het dikhoornschaap behoren. De in het wild levende soorten hebben zich vanuit de berglanden in Midden-Azie verspreid over Zuid-Europa, Noord-Afrika en het westen van Noord-Amerika.
    Samen met de geiten behoren de schapen tot de onderfamilie Caprinea van de familie Holhoornigen of runderachtigen (Bovidae). Schapen hebben in tegenstelling tot geiten geen stinkklieren en geen sik. Alle Europese en Aziatische schapen worden door sommige zoölogen beschouwd als geografische vormen van een enkele soort, de Ovis ammon.
    Schapen zijn sinds circa 7500 v. Chr. gedomesticeerd in het Midden-Oosten. In Nederland en België verschenen rond 5000 v. Chr. de eerste schapen. Ze werden en worden nog steeds gehouden voor de wol, het vlees, de mest en de melk. Daarnaast dienen schapen voor landschapsonderhoud op dijken en heidevelden. In Nederland komen nog een paar grote kuddes voor.

    Op alle diersoorten en dierhouders is het volgende van toepassing


    Voor landbouwhuisdieren gelden verder

    In deze wetten en regels worden uitzonderingen gemaakt voor particulieren. Verschillende regels maken een onderscheid tussen kleinschalig/hobbymatig en grootschalig/bedrijfsmatig. Zo is de Omgevingsvergunning en het Activiteitenbesluit niet van toepassing op  hobbydieren. Zolang landbouwhuisdieren niet bedrijfsmatig binnen een inrichting worden gehouden, hoeft hiervoor geen vergunning te worden aangevraagd.

    Regelgeving schapen en geiten
    Alle houders van schapen en geiten hebben verder te maken met de regeling voor


    Zie ook Regelwijzer kleinschalige schapen en geiten.

    Regelgeving paarden en ezels
    Alle houders van paarden en ezels hebben te maken met


    Varkens
    Op varkens is de Regeling preventie, bestrijding, monitoring besmettelijke dierziekten van toepassing. Ook voor varkens geldt bij afvoer naar de slacht de zogeheten Voedsel Keten Informatie.

    Destructie
    Dode dieren valen onder de regels van de Destructie.

    Codes
    Naast wetgeving zijn er ook codes. Dat zijn afspraken die dierhouders met elkaar maken over de omgang dieren. Voorbeeld daarvan is de code voor hygiene op kinderboerderijen, de codex landbouwhuisdieren en de code goed houderschap schapen en geiten (zie bijlage).

    Voorkom overlast
    Voor het inperken van het houden van hobbydieren als gevolg van overlast bestaat geen wettelijke basis. Toch leidt overlast geregeld tot gerechtelijke procedures met omwonenden die zo nu en dan in het nadeel van de hobbyhouder uitvallen. Er kunnen ook gemeentelijke verordeningen bestaan die overlast moeten voorkomen.

    Het Schaap

    Het schaap woont overal ter wereld als huisdier en hij eet gras,hooi en korrels. Hij drinkt water. Het mannetje heet een ram. Het vrouwtje heet een ooi.

    • Lam = schaap t/m 1 jr.

    • Hamel = gecastreerde ram

    • Kween = tweeslachtig dier, het heeft kenmerken van een ooi en een ram.

    De meeste lammetjes worden in het voorjaar geboren. Na ongeveer zes weken kan een lammetje al voor zichzelf zorgen.
    Een vacht van een schaap daar maken ze truien van . Vroeger waren de oudste schapen heel belangrijk voor de landbouw. Lammetjes klimmen soms op de rug van hun moeder. Als lammetjes volwassen zijn doen ze dat niet meer.
    Sommige schapen zijn bruin, maar de meesten zijn wit. Een mannetjesschaap (ram) heeft grote horens.

    Maak jouw eigen website met JouwWeb