Opdeboerderij

 

 

 

 

Geschiedenis: De KuneKune ook wel Maori varken genoemd, is afkomstig uit Nieuw-Zeeland. De KuneKune wordt ook Maori varken genoemd omdat hij door de gelijknamige stam werd gehouden.De KuneKune heeft vermoedelijk Chinese voorouders.

 

Uiterlijke kenmerken en eigenschappen: KuneKune betekent zoiets als rond en vet en dit typeert hem al aardig. Hij mag niet tot de mini varkens worden gerekend, maar meer tot een kleintje van de groten. Vanwege zijn formaat en vriendelijke karakter wordt hij vaak gehouden als hobby/huisdier. Net als bij sommige geitenrassen heeft de KuneKune lelletjes aan de keel. Qua kleuren kan hij variëren van zwart/wit gevlekt, goudgeel, middenbruin, bruin of een mix van al deze kleuren. Een volwassen KuneKune weegt gemiddeld meer dan 65 kg.


 

 

 

Het varken

Een varken is roze en hij heeft een ronde neus en een krulstaart. Een varken ruikt vaak vies. Soms rolt hij in de modder en hij loopt soms over het erf. Varkens leven in een weiland. In een mum van tijd wroeten ze een groot weiland ondersteboven met hun neus.

Veel mensen denken dat varkens vies, dom en lui zijn. Er wordt niet voor niets gezegd hij is zo dom als het achtereind van een varken. Of: zijn huis is een varkensstal. Maar een varken is helemaal niet zo’n luie, domme viespeuk.

Wist je dat varkens slimme dieren zijn? De mensen van het circus weten dat al lang. Zij laten varkens kunstjes doen.

Varkens leefden vroeger in het wild . Het waren wilde zwijnen. Mensen jaagden op hen.

Lang geleden zag je nog wel veel varkens. Boeren hadden vroeger meestal een stuk of tien varkens. Vaak liepen ze overdag in het weiland. ’s Nachts sliepen ze in een hok, lekker in het stro. Tegenwoordig worden varkens opgesloten in grote schuren zonder ramen. Daarom zie je bijna geen varkens meer. In zo’n schuur kunnen wel 500 tot 1000 beesten zitten. Daar worden ze in zes maanden tijd vetgemest. Dan worden ze dood gemaakt en komen ze bij de slager terecht. Als je ham eet, een karbonaadje, gehakt, een speklapje of worst, dan eet je varkensvlees.

Het huidige varken is een heel ander beest dan het originele beest. Ze zouden elkaar nauwelijks herkennen. Een echt varken is een vlug, behendig en stevig beest met een topsnelheid van 65 kilometer per uur, een actieradius van 50 kilometer per nacht en een gewicht van rond de 100 kilogram. Met hun kleine oogjes kunnen varkens heel goed zien, ook kleuren en ’s nachts. Ze hebben een uitstekend gehoor en een fantastisch reukvermogen: ze kunnen met de neus net zo goed tasten en voelen als mensenhanden. Wilde varkens eten echt alles: planten, wortels, paddestoelen, kadavers en levende dieren. Ze kunnen dan ook gevreesde jagers zijn: ze kunnen je achtervolgen, insluiten en op een niet erg plezierige manier opvreten. In de wildernis van Midden-Amerika lopen de mensen niet voor niets met pistolen op zak om zich te beschermen tegen de varkens. Ook boeren weten dit: ze lopen dan ook altijd achter het varken en niet ervoor zoals bij koeien. Met hun uitermate sterke gebit zijn varkens in staat het vlees van de kuiten te scheuren. Te meer daar varkens humeurig worden als anderen hun uitzicht benemen

van wild naar tam. heel vroeger waren er geen varkens alleen maar zwijnen. die liepen toen overal rond daar werd ook op gejaagd. want zwijnen vlees vonden mensen lekker. wilde zwijnen werden ook gevangen. wilde zwijnen eten: beukenootjes. Kastanjes. Planten .torren. Slakken. en nog veel meer.

varkens fokken. op een varkens fokkerij worden het hele jaar biggetjes geboren. elke varken krijgt tussen de zeven en vijftien biggen. zodra een big is geboren wilt hij gelijk drinken want een big is een zoogdier. de voorste speen geeft het meeste melk en de achterst het minst. de voorste speen wordt door de sterkste big gebruikt en de achterste door de slapste big. na een maand worden de biggen bij hun moeder weg gehaald.

een mannetjes varken heet een beer. het vrouwtje noemen we een zeug. en een kleine varken een big. bij de zwijnen heten ze ook zo. varkens hebben een hele goede neus. een worm ruiken ze zo. ze kunnen ook goed horen maar niet goed zien.

hoe heet een vrouwtjesvarken?

hoe heet een mannetjesvarken?

Varkens zijn sociale, gevoelige, aanhankelijke, grappige, communicatieve, intelligente en zindelijke dieren. Geen wonder dat er steeds meer kleinschalige varkenshouders zijn. Naar schatting leven er in Nederland inmiddels rond de 4000 'hobbyvarkens'.
Bij het houden van varkens komt echter wel heel wat kijken. Varkens hebben gezelschap van soortgenoten nodig en een passende huisvesting. Ze moeten zich in hun natuurlijke gedrag kunnen uitleven. Ze hebben goede voeding en verzorging nodig, en af en toe veterinaire zorg. Verder is het houden van varkens, ook voor kleinschalige varkenshouders, gebonden aan allerlei regelgeving.

Het Landelijk Kennisnetwerk Levende Have wil kleinschalige varkenshouders en hobbyisten die overwegen varkens te gaan houden praktische informatie geven op allerlei gebied. Daarvoor is een speciale varkensbijsluiter uitgegeven (zie bijlage). Voor uitgebreidere informatie kunt u op deze site terecht. Hieronder volgt een opsomming van de belangrijkste thema's. Via doorklikken kunt u steeds verder navigeren in het kennisnetwerk. Onderaan de afzonderlijke wiki's kunt u altijd weer terugkeren naar eerder bezochte wiki's.

 

 

 

De varkens die wij kennen stammen af van één van de dertien soorten wilde zwijnen (Sus Scrofa). De oorsprong van de Sus Scrofa moeten we zoeken in Eurazië en Noord-Afrika. Uit dit zwijn zijn zeven Europese en zeventien Aziatische ondersoorten voortgekomen. Het Nederlandse wilde zwijn behoort tot de ondersoort Sus Scrofa Scrofa.

Domesticatie
Het varken zoals we dat nu kennen heeft een lange historie sinds de oorspronkelijk onafhankelijke domesticatie van het wilde zwijn in Europa en Azië zo’n 10,000 jaar geleden. Deze domesticatie resulteerde in Europese en Aziatische varkensrassen met zeer verschillende eigenschappen en uiterlijk. De commerciële Europese varkens bevatten DNA dat afkomstig is uit Azië. Volgens de onderzoekers is de genetische diversiteit binnen de commerciële varkens hierdoor groter dan die in huidige wild zwijn populaties.
Onze huidige commerciële varkens lijken veel meer op Chinese varkens dan op Europese wilde zwijnen. Dat komt doordat in Engeland eind 18de begin 19de eeuw een grote vraag kwam naar varkensvlees en varkenshouders. Zij zagen dat Aziatische varkens kenmerken hadden die zij in hun eigen varkens wilden verbeteren. Chinese varkens waren in het algemeen veel vruchtbaarder en vetter dan hun Europese soortgenoten. Daarom hebben fokkers destijds een aantal Chinese individuen geïmporteerd en gekruist met hun eigen, Europese, varkens. 
De grotere genetische diversiteit binnen de huidige commerciële varkensrassen, is dus het resultaat van kruisingen tussen Europese en Chinese varkens zo’n tweehonderd jaar geleden. Sterke selectie op kenmerken als vruchtbaarheid en vetaanzet van de Aziatische varkens heeft er vervolgens voor gezorgd dat sommige stukjes Aziatisch DNA nog steeds aanwezig zijn in de Europese varkens. Een voorbeeld is het AHR gen, waarvan veel Europese varkens de Aziatische variant bezitten. Zeugen met het Europese gen krijgen significant minder biggetjes dan dragers van de Aziatische variant.

Veelzijdig boerderijdier
Het varken is altijd een vaste bewoner van boerenbedrijven geweest. Bijna elke veehouder of akkerbouwer had er wel eentje of meerdere. Varkens waren natuurlijk leveranciers van spek en vlees, maar ze ploegden ook de akkers om en zorgden voor bemesting van schrale (zand)grond. Varkens waren ook geen dure kostganger; ze verwerkten al het afval en de bijproducten van de boerderij.

Hobbyvarkens
In de loop van de 20e eeuw is de varkenshouderij verregaand geïndustrialiseerd. Inmiddels worden er in Nederland zo'n 11 miljoen varkens in gesloten bedrijven gehouden. Het fenomeen van rundveehouders die er nog een paar varkens bij houden, is sinds de varkenspestuitbraak in 1997 vanwege de regelgeving voor varkens vrijwel verdwenen. Wel komen er steeds meer hobbyisten die varkens houden als gezelschapsdier. Zo zijn er tussen de 2000 tot 4000 hobbyvarkens.

Landschapsvarkens
Terug van weggeweest zijn de landschapsvarkens. Zij worden ingezet op natuurterreinen voor het beheer. Wat vroeger heel normaal was - een groepje varkens dat onder leiding van een varkenshoeder van het ene perceel naar het andere trok -  keert nu weer terug. Veelal nog bij wijze van experiment, maar hun waarde voor het onderhoud van bos, akker, grasland of heidevelden hoeft eigenlijk niet meer te worden bewezen. Wageningen Universiteit heeft een schema gemaakt voor de  inzet van varkens gedurende het jaar. Het is te vinden in het e-book Laat de varkens los.